Wat te verwachten van kunst? Niet het alledaagse, dat waar
we aan gewoon zijn: daar hebben we kunst niet voor nodig. Zou kunstbeleving
niet juist de werking van een ‘ritueel’ moeten hebben: een doorbreking van de
ons bekende patronen, gewoontes en rollen?
Kunst: duurzame waarde creëren in een veranderlijke, vaak banale wereld.
Het kunstwerk van een godsdienst is de creatie van haar
godheid, waarin bovendien wordt geloofd alsof zij ook daadwerkelijk bestaat, -
een prestatie! Een godheid waarin niet (meer) wordt geloofd, is louter een
kunsthistorisch fenomeen; het verbindt (nog) slechts esthetisch.
De grootsheid van een mens: z’n capaciteit tot twijfelen en
nee-zeggen, en daarmee z’n vrijheid. De grootsheid van een cultuur: de ruimte
die zij aan die vrijheid laat, en deze ook aankunnen!
Context doet ertoe. Door een museum krijgt het kunstwerk een
belevingswaarde die het niet krijgt wanneer het ergens als los werk in een
kunstvreemde omgeving wordt neergezet. Dit geldt nog meer voor een
overzichtstentoonstelling. En ook een boek geeft een context, evenals een
documentaire. Telkens anders: blijft er iets hetzelfde?
Anders dan dieren, bouwt de mens zich een wereld die een
veruiterlijking is van zijn strevingen, inclusief symbolische orde, en met een
geheugen, bestand tegen seizoenswisselingen en tegen zoveel mogelijk toevallige
veranderingen. Dieren leven op aarde, mensen in een wereld; aan haar is hun
geschiedenis af te lezen.
Heeft het zin om seculariteit als levensopvatting van
argumenten te voorzien? Zeker. Ten eerste, om de eigen ‘zit in het leven’ te
versterken, te verrijken en cultureel te laten bloeien. Ten tweede, om te laten
zien dat seculier-zijn niet naïef of slechts negatief is: er valt ook veel vóór
te zeggen. Ten derde, om zoekenden oriëntatie te bieden in de huidige
spirituele supermarkt. Ten vierde, om de existentiële migratie te
vergemakkelijken van degenen die godgelovigheid zijn gaan ervaren als een
vreemd en benauwend keurslijf. En ten vijfde, om seculieren weerwoord te
verschaffen in deze tijd van de ‘retour du religieux’.
Revisiting Kant (en
Nietzsche):
Als je ervan uitgaat dat wij de wereld zoals zij in zichzelf is nooit zullen kennen en
dat zij altijd een wereld voor ons
zal zijn, dan verwijzen alle argumentaties dus uiteindelijk naar de mens die
denkt en argumenteert. Is dat vol te houden? Elk wetenschappelijk onderzoek
breekt in op antropomorfisme. Waarom zou je niet kunnen zeggen dat wetenschap
de wereld in zichzelf kenbaar maakt?
Wat verklaart anders haar succes?
Wat winnen we door uit te gaan van evolutie in ons
engagement voor een ‘betere wereld’? Dat we ons inzetten, niet vanuit
schuldgevoel (alsof de wereld anders had moeten zijn), maar vanuit verantwoordelijkheid
voor wat binnen onze macht ligt en meer niet.
Evolutie of schepper?
Voordeel van een evolutionair toevallige ‘oorsprong’ van alles: er valt niemand
een verwijt te maken, ook niet een schepper, gelet op de immense wreedheden in
het dierenrijk, op de uitgestrekte levenloosheid van het heelal (erg
ongezellig), en op de oneerlijkheid van tal van natuurrampen en ziekten, en wie
hen ten deel valt. Stel, we zouden hiervoor een schepper verantwoordelijk
moeten stellen, niet voor hoe het had kunnen zijn, ware hij werkelijk almachtig
geweest, maar voor wat is het is geworden, zou hij de verwijten over slecht
werk overleven? Zou hij zich niet doodschamen voor alles wat er is misgegaan?
Als creatie van de menselijke verbeelding verdient hij een beter lot! Een museum!
Zondeval? Waarvoor
zou een schepper mensen willen straffen? Voor de rotzooi die hij er zelf van
heeft gemaakt bij het creëren van de wereld?
Ben ik tegen het Christendom? Nee, maar in de Westerse
beschaving mist het wel een tegenhanger waarmee het vruchtbaar en dynamisch kan
samenleven, nl een religieuze vorm van non-theïsme. Hetzelfde gemis geldt
overigens voor het huidige atheïsme: dit positioneert zich teveel als
anti-godsdienst. Beide zouden winnen bij zelfrelativering, en door zich te
spiegelen aan elkaar en door wederzijdse voeding niet uit te sluiten.
Heeft het zin om tegen godgelovigheid te argumenteren? Nee, een levensovertuiging is niet gebaseerd op argumenten. Er is eerst een levensgevoel; argumenten komen later.
Heeft het zin om tegen godgelovigheid te argumenteren? Nee, een levensovertuiging is niet gebaseerd op argumenten. Er is eerst een levensgevoel; argumenten komen later.