Wednesday, February 22, 2017

22 februari 2017: Revisiting Kant en andere denkoefeningen (XI)

De werkelijkheid op zichzelf, los van mij: waarom zou ik daarover nadenken?


Nu het Zijn er is, is het er noodzakelijk. Of het Zijn er is om een andere reden dan er simpelweg te zijn, valt niet na te gaan. Dat het Zijn er is om niet, blijkt een afdoende antwoord, ook om te voldoen aan existentiële vragen, behoeften en verlangens. Er zijn geen aanwijzingen voor een ander antwoord, behalve voortkomend uit wensdenken. 


Niets van wat in woorden een eigen leven leidt, losgesneden van het andere, leidt in de werkelijkheid een geïsoleerd bestaan.


Bestaat transcendentie als op zichzelf staande werkelijkheid? Transcendentie is een product van hetzelfde menselijke vermogen dat zich ook ideeën vormt. Elke idee heeft een boventijdelijk, onstoffelijk en onveranderlijk karakter. Zij overstijgt de tijdelijke, stoffelijke en veranderlijke vorm van de dingen en situaties waarover iets wordt gezegd in naam van die idee. De idee ‘schoonheid’, bijvoorbeeld, is op veel verschillende dingen van toepassing, zonder dat hij samenvalt met een ding in het bijzonder. Schoonheid is geen ding. De idee bestaat, niet op de wijze van de dingen, maar in de verbeelding. Wie transcendentie opvat als op zichzelf staande werkelijkheid verkeert in de greep van de macht der verbeelding, echter zonder dit door te hebben. (Ook degene die geheel opgaat in de wereld die wordt opgeroepen tijdens het lezen van een roman, is in de greep van de macht der verbeelding, alsof die wereld echt bestaat, maar hij weet dat het slechts een verhaal betreft.) Degene die transcendentie voor een op zichzelf staande werkelijkheid houdt, reïficeert de stof van zijn verbeelding tot iets met eenzelfde werkelijkheid als de dingen; hij vergeet het alsof-karakter ervan. Deze vergetelheid ligt aan de basis van het geloof in een bovennatuurlijke werkelijkheid.


Friday, February 17, 2017

16 februari 2017: Revisiting Kant en andere denkoefeningen (X)

Wie geluk geheel tot zijn eigen verantwoordelijkheid maakt, en ook nog meent dat hij er ‘recht’ op heeft en dat het leven er helemaal voor bedoeld is om persoonlijk gelukkig te zijn, die krijgt het moeilijk. De kans op frustratie is gegarandeerd, en je zult veel buiten de deur moeten houden, tevergeefs.


Mensen fotograferen: niet hoe ze ‘zijn’, maar hoe ze op mij en op de camera reageren!


Wanneer is een foto interessant? Wanneer hij uitnodigt tot langer kijken, onderzoekend, en nieuwsgierig maakt naar wat er te zien is.


Vraag: wat bindt Europa? Cultuur! Al zou de EU ineenstorten, dan is er altijd nog Europa.
Ik twijfel er niet aan dat alle beschavingen grootse cultuur hebben voorgebracht. Zo ook Europa, en ik ben er trots op!
Ja, cultuur! Ik weet het, politiek is belangrijk, en het beleid dat de dames en heren politici in Den Haag en Brussel uitzetten is van invloed op ons dagelijks leven, maar is politiek wat het leven de moeite waard maakt?
Hetzelfde wat betreft de economie: zij gaat over werk en over die verdomde centen. Uiteraard niet iets om meewarig over te doen, zeker als je er te weinig van hebt. Maar maakt economie het leven de moeite waard?
Doe mij maar cultuur. Waar zouden we zijn zonder! Stel je je een leven voor zonder muziek, zonder filosofie, zonder beeldende kunst, zonder poëzie en romans, zonder architectuur, zonder film, en vul maar aan. (Wat mij betreft allemaal vormen van seculiere spiritualiteit: de kunsten!)
Hoe zou het zijn als alle cultuur zou verdwijnen en we zouden het moeten doen met politiek en economie? Ik zou niet lang wachten voordat ik er een einde aan zou maken. Ik zou beginnen met creëren!


Revisiting Kant (en Darwin):


Wat is ‘vrije wil’ anders dan het vermogen om willens en wetens bevrediging uit te stellen? – iets waar ook dieren toe in staat zijn.


Wie kan ná Darwin nog beweren dat de natuur een immanente orde kent? Dat kan, maar dan zal je – wil je als 21ste eeuwer serieus genomen en niet weggezet als 18de eeuwer – eerst Darwin moeten weerleggen, - hetgeen niet onmogelijk is, uiteraard, maar ik zie niet hoe.


Uitgaande van de wereld voor ons is het universum een harmonieus geheel waarin alles een hoger doel dient, als wens. Vanuit ons overlevingsinstinct vormen we ons gehelen die teleologisch zijn geordend, ook cultureel-maatschappelijk. Het komt erop aan zich te voegen naar deze orde, en dan zal alles goed komen voor ons, - dat is althans het ideaal.
Met een wetenschappelijke blik krijgen we oog voor de wereld op zich, los van onze vooringenomenheid. Hij stelt in staat tot kritiek. Het universum blijkt niet harmonieus, geen geheel en evenmin teleologisch geordend.
Zich voegen naar de orde is een eis die met beheersing van doen heeft. Het geloof erin verhult machtsverhoudingen en de behoefte aan veiligheid en comfort.


De werkelijkheid is geen optie. Valt er met de natuurkunde of de evolutietheorie iets over de werkelijkheid te bewijzen? Niet dat de werkelijkheid bestaat, noch hoe zij bestaat. Wat te bewijzen valt is of een theorie klopt. De werkelijkheid is geen toepassing van een theorie, maar andersom, een theorie is een mogelijk model voor hoe de werkelijkheid functioneert.


Er te zijn wordt een goed in de diepe aanvaarding van het Zijn, - en dat is een act, geen vanzelfsprekendheid. Zonder die aanvaarding is het Zijn een contingent gegeven, dat soms gunstig voor mij uitpakt, en dan weer ongunstig.

Saturday, February 11, 2017

11 februari 2017: Revisiting Kant en andere denkoefeningen (IX)

Is de basis van het leven doffe, zich herhalende ellende? En de grootste vergissing te geloven dat permanent geluk mogelijk is?


Revolutie heeft alleen zin in extreem schrijnende omstandigheden, welke tot extreme daden motiveren. Wanneer een revolutie haar werk heeft gedaan, door de gegeven werkelijkheid radicaal te wijzigen (bijvoorbeeld door een dictator af te zetten en tirannieke machtsverhoudingen te doorbreken), is zij niet langer zinvol, ook al geloven haar voltrekkers er nog steeds in. Revolutie belooft een afrekening én een paradijs tegelijkertijd, en dit gecombineerde verlangen kan enthousiasmeren tot grootse daden. Echter, een omverwerping stelt slechts in staat tot een iets betere wereld, een waarin het grootste onrecht onklaar is gemaakt; méér zal er niet van komen. Wordt desondanks aan revolutie vastgehouden, dan wordt zij zelf tot bron van onrecht en schaadt zij haar eigen prestatie. Een radicaal andere wereld is onmogelijk.


Mensen op andere gedachten willen brengen werkt niet, wanneer niet ook hun gevoelens worden geadresseerd.


Wereldwijde ideeën houd ik niet voor onmogelijk, maar ik mis de nodige expertise om ze te kunnen bezigen, zonder te vervallen in arrogantie en betweterige oordelen. Daarom beperk ik mij liever tot hetgeen ik het beste ken.


Naarmate ik meer van de wereld zie, heb ik er minder een oordeel over.


Een van de ergste dingen die je als volwassene een kind kunt aandoen is zgn ‘spontaan’ gedrag: alles doen en zeggen wat in je opkomt. Dat kinderen zich impulsief gedragen is normaal. Gaandeweg probeer je als ouder hen ook enige bedachtzaamheid bij te brengen. ‘Bezint eer ge begint’, zoals dat heet.
Volwassenen begaan een ernstige vergissing wanneer zij zich tegenover kinderen even ‘spontaan’ gaan gedragen. Niet alleen leren kinderen zo niet dat enige bezinning nodig is, wil je niet door impulsiviteit ongewild in de problemen geraken. Kinderen krijgen zo ook allerlei uitingen van volwassenen te verduren, waar zij geen verweer tegen hebben en die (vaak onbedoeld) nog heel lang doorwerken: een gefrustreerde opmerking, bijvoorbeeld, een vinnige reactie die het kind zich aantrekt, of rechtstreeks onverantwoord gedrag.
Voor kinderen staat gedrag van volwassenen model voor hoe je met een situatie omgaat. Kinderen zijn hongerig naar een gebruiksaanwijzing bij de wereld. Zij halen die gebruiksaanwijzing niet uit boeken of lesjes, maar uit gedrag van ouderen.
Helaas realiseren veel ouderen zich nauwelijks welke rol zij spelen voor kinderen. Erger nog: zij zien het gedrag van kinderen als een vrijbrief om zich even impulsief te gedragen, - met nauwelijks positieve gevolgen, integendeel.
Impulsiviteit hoef je kinderen niet te leren, noch hebben ze daarin bevestiging nodig. Van volwassenen willen ze iets méér leren, iets anders dan een kopie van hun eigen gedrag.


Filosofisch onderzoek: een soort schaken met de werkelijkheid, niet om de winst, maar om het spel van wijsbegeerte.


Trainersluiheid. Tal van praktiserend filosofen weigeren zelf te denken; zij beperken zich tot de ‘kunst van het vragen stellen’. Het eigenlijke denkwerk laten zij over aan anderen: de deelnemers aan hun filosofische activiteiten.


Foute filosofie: denken om het denken, gedachte-experimenten, denken zonder vraag, hypothetisch geleuter, gratuit mogelijkheden opperen, denkspelletjes zonder urgentie, doormodderen met antwoorden waarbij men vergeten is wat de vraag was; kortom: filosofie zonder wijsbegeerte.


Revisiting Kant (en Heidegger):


Het optimisme van de Verlichting, wat betreft de redelijkheid van de mens, blijkt niet meer te zijn dan een wens, een schone gedachte. Niet alleen het terugkerende populisme blijkt telkens weer een ontkenning van dat optimisme; dat geldt ook voor het feit dat verstandige lieden over God & co er nog steeds ideeën op na houden die sinds de Verlichting allang naar het rijk der fabelen zouden moeten zijn verhuisd. Helaas, er is weinig hoop voor de mensheid, behalve de hoop van fata morgana’s. 


Heeft Heidegger ooit het Zijn gedacht? Valt het überhaupt te denken, zonder eraan voorbij te gaan?


Probeert ook de onto-theologie greep te krijgen op de werkelijkheid, en wel door een ‘hoogste wezen’ (God, substantie, of het absolute) te postuleren als garantie dat er een ordening van de wereld moet zijn? – met theologen of filosofen als de poortwachters en raadselduiders van die ordening.


Thursday, February 2, 2017

2 februari 2017: Revisiting Kant en andere denkoefeningen (VIII)


Waarmee is een cultuur meer gediend dan met vrije geesten!


Een brug slaan tussen diepgaande verschillen. Hoe menszijn zo te begrijpen dat er geen kloof ontstaat met andersdenkenden, maar integendeel, dat we elkaar kunnen respecteren in ons menszijn, met in achtneming van de verschillen? Hoe de verschillen recht te doen als anders, en toch verwantschap te beleven? Nog dieper gaan!


De kunstwereld is geworden tot een speeltuin zonder duidelijk gezicht of richting. De tijd van avant-garde is voorbij. Er is geen grens meer om te verleggen. Je kunt nog slechts te ver gaan. Wat te doen? Een persoonlijk universum creëren, intrinsiek gemotiveerd, en laten zien wat voor jou het leven de moeite waard maakt!


Het fotografische oog: eerst een foto zien, en hem vervolgens nemen.


Welk recht heb ik om mij niet te bemoeien met de politiek? Is het gerechtvaardigd om mij aan politieke stellingname, plus eventuele actie, te onttrekken in tijden van crisis?


Heb geen politiek antwoord op klimaatcrisis, noch op demografische ontwikkelingen wereldwijd, noch op vertrouwenscrises in moderne democratieën, noch op groeiende kloof tussen arm en rijk, zowel lokaal als wereldwijd. Te veelkantig en teveel dilemma’s. Moreel, ja: ga om met anderen, zoals je zou willen dat anderen met jou omgaan. Maar politiek? Zelfs wanneer ik menselijke waardigheid bovenaan stel – wat ik doe - , dan nog weet ik niet hoe dat politiek te vertalen, zonder in eenzijdigheden te vervallen.


De fata morgana van de veruiterlijking: we zien in alles bewustzijn omdat we ons van alles bewust zijn. Of beter: in alles waarvan we ons bewust zijn, zien we bewustzijn.


Vanwaar dit schrijven allemaal? Waar heeft het voor nodig? Waar is het goed voor? Je zou kunnen zeggen: om mijn ‘programmering’, zoals tot uiting komend in gewoontes in denken en handelen, bij te stellen. (Je kunt het ook ‘karma’ noemen.) Het blijkt niet gemakkelijk om die ‘programmering’ te wijzigen. Het vergt bewustmaking van mijn doen en laten tot nu toe, en een bewust invoeren van nieuwe opties. In eerste instantie door een vernieuwend inzicht te herkauwen en op implicaties en consequenties te onderzoeken, en vervolgens door er stukje bij beetje gevolg aan te geven en door met behulp van reminders gewend te raken aan de verandering. Misschien dat het bij anderen soepeler verloopt, maar bij mij gaat een verandering in denken en handelen vrijwel nooit vanzelf. De macht der gewoonte is sterk en listig, en het vergt forse maatregelen om daar verandering in te brengen, wil ik niet als vanzelf weer terugvallen in oude gewoontes.


Wanneer we religie opvatten als een evolutionaire strategie om vreedzaam samen te kunnen leven, dan behoeft religie een innovatieve verdiepingsslag, als aanpassing aan de nieuwe, multireligieuze situatie waarin Europa is komen te verkeren.


Wat weinig uithaalt, maar wel de gebruikelijke wijze van reageren reflecteert, is moraliseren over Trump, Wilders, LePen etc. Het is het gemakzuchtigste antwoord, en een die de aandacht afleidt van hun opvattingen en plannen. Zolang het over de persoon gaat, gaat het niet over hun politiek.


Deze tijd is een tijd van de groeiende antagonismen, - in het Westen althans. Het is niet zomaar een kwestie van een hoofdstroom met afwijkingen, te wijten aan particulariteiten (als zouden lieden als Wilders, LePen en Trump slechts immorele uitzonderingen zijn). Beide posities worden breed gedeeld; de een kan de ander niet afdoen als dwaasheid. Je kunt dat wel doen, maar het zal niemand overtuigen, behalve degenen die het al vonden, en het gemoraliseer over en weer verandert niets aan de situatie, integendeel: de tegenstelling wordt er slechts door verstevigd. De ene noch de andere partij voelt zich beschaamd over de eigen positie en meent het grootste gelijk aan zijn kant te hebben. Morele verontwaardiging is niet langer het monopolie van een van beide. En voor steeds meer mensen is er geen brug meer naar de andere kant. Men staat onverzoenlijk tegenover elkaar. Het is moeilijk te zien hoe deze situatie nog vreedzaam kan aflopen.


Revisiting Kant (en Hegel):


Menselijke vrijheid. Vrijheid zal ik moeten leren om haar te kunnen nemen. Als het bestaan geen geschapen en georkestreerd geheel is, waarin alles en iedereen z’n bestemming heeft, dan is er dus alle ruimte om er een eigen draai aan te geven! Ook al is die ruimte er altijd al, toch is het niet vanzelfsprekend dat ik haar zal benutten. Wat houdt mij tegen? Of ben ik er simpelweg nog niet aan toe? En wat betekent dat dan, ‘er nog niet aan toe zijn’?


Het meten van vrijheid bij een willekeurige groep individuen (zoals dat gebeurt bij statistisch onderzoek) kan slechts volstrekte onzin opleveren, en wel omdat vrijheid geen gemiddelde kent, maar afhangt van persoonlijke ontwikkeling. En hoe zou je persoonlijke ontwikkeling statistisch willen onderzoeken? Vrijheid en statistiek vormen onvergelijkbare grootheden. Wie dit ontkent, is bereid om mensen te vervangen door robots. Een statisch leven is een mens onwaardig.


Het voor-werkelijk-houden van bovennatuurlijke gedachten is, net als zondebesef, een uiting van het onvermogen om te leven vanuit een diepe acceptatie van het leven. Leven in een ‘verkeerde wereld’ is onverdraaglijk, zeker voor wie zich de zinvraag stelt. Om zichzelf gemoedsrust te bezorgen, worden bovennatuurlijke gedachten (als projectie van hoe het ook anders kan) gereïficeerd tot een alternatieve wereld die wel deugt.


Wie zonde zegt, zegt zelfafwijzing, als uiting van het onvermogen te leven vanuit een diepe acceptatie van het leven. En in plaats van dit onvermogen tot een vraag te maken en aan te pakken, wordt de zelfafwijzing aanvaard als een oerfeit, tegelijk met het niet-deugen van het bestaan, inclusief de eigen existentie. Zolang zondebesef wordt gecultiveerd, is het onmogelijk om levenliefhebbend te leven.


Zolang het Zijn een zaak van de geest blijft, blijft het een denkding, en zal het slechts mogelijkheid blijven, zonder daadwerkelijkheid. Het Zijn als denkding blijft altijd iets ‘voor mij’; ik maak er geen deel van uit. Het ‘op zich’ van het Zijn kan geen voorwerp van het denken zijn. Gebeurt dat wel, dan wordt het een ‘voor mij’.


Hechten aan de totale onkenbaarheid van het ‘ding op zich’ veronderstelt het bestaan van een andere wereld dan de natuurlijke. Zij is de opmaat voor een willen denken in termen van een onderscheid tussen een natuurlijke en een bovennatuurlijke werkelijkheid. Niet uitgaan van het bestaan van een bovennatuurlijke werkelijkheid betekent een reset van de hele problematiek. De onkenbaarheid van het ‘ding op zich’ is dan geen issue meer; zij verliest haar existentiële relevantie. De onkenbaarheid van het ‘ding op zich’ hoeft niet meer te worden opengehouden teneinde godgelovigheid concipieerbaar te houden. Dat betekent niet dat het onderscheid irrelevant is geworden. Je kunt er ook een heel andere kant mee op!


Om verder te komen dan Kant, ten einde de problemen van onze tijd adequaat te denken, dienen we een fors aantal van Kant’s probleemstellingen te vergeten. De problemen waarvoor hij zich gesteld zag en de wijze waarop hij ze formuleerde, wortelen in een cultuur die niet meer de onze is. Wat zijn de problemen nu, en hoe ze vruchtbaar te formuleren?


Hoe nog te leren van Hegel? Door hem door de ontnuchteringsmachine van Darwin te halen. Dat wil zeggen: door zijn dialectiek te ontdoen van teleologie.


Hegel denkt als een revolutionair; zijn systeem kan gezien worden als een metafysische opstand: tegen een zinloos universum. Als meesterdenker wil hij een rationaliteit in alles blootleggen, waardoor we ons weer geborgen weten, - en om te kunnen heersen!