Het Zijn is een geheel: er zit geen gat in.
Het wonder van het bewustzijn: een permanente openheid voor alles die vanzelf gebeurt!
Het wonder van het bewustzijn: een permanente openheid voor alles die vanzelf gebeurt!
Zowel perspectivisme als belangeloos toeschouwen roepen
dezelfde vraag op: wat is verondersteld wat betreft staat van geest? Wat stelt
ertoe in staat?
Levenszin is dezelfde als de taak van menswording: de
vragen, behoeften en verlangens zoals die zich per persoon aandienen
adresseren, er vorm aan geven, vruchtbaar maken.
Eerst en vooral: de foto als
beeld. Wanneer er ook iets interessants te zien is, des te beter. Het beeld
wordt er sterker door!
Fotografie: het leven vieren in zijn pluriformiteit, zijn
wisselvalligheid, zijn uitbundige overvloed, in ellende en schoonheid.
Meer van hetzelfde.
Er wordt teveel begeleid, gecoacht en geconsumeerd, te weinig gecreëerd, vernieuwd
en toegevoegd, met iets dat het leven nog meer de moeite waard maakt.
Revisiting Kant (en
Boeddhisme)
Wat boeit aan godgelovigen: hoe de menselijke geest in staat
is om te geloven aan de meest fantastische verhalen en voorstellingen. Wat
brengt hem ertoe? Waarom wil hij ze voor waar én werkelijk houden? Wat doet hem
het alsof-karakter van metaforen volkomen vergeten? In het antwoord op deze
vragen ligt cruciale zelfkennis van het mensdom, en voortgezette Verlichting,
inclusief opheldering van vergaande verwarring, eigen aan de werking van de
menselijke geest zelf! - of moet ik zeggen 'organisme'?
Vervreemding. God
wordt bovennatuurlijker naarmate men zich meer een vreemde voelt in de wereld
en het leven.
Opvallend: zo kritisch men doorgaans is ten aanzien van
monotheïstische religie, en met name Christendom, zo onkritisch is men ten
aanzien Oosterse religies en levensbeschouwingen, zoals Boeddhisme, Advaita en
Taoïsme: alles wordt geslikt, ook al is er geen enkel bewijs voor (zoals voor
reïncarnatie). Vanwaar dit onderscheid?
‘Reïncarnatie’ is een Indiaas concept, bedoeld om
begrijpelijk te maken hoe we zijn geworden wie we zijn. Je kunt het ook anders
zeggen: met ‘reïncarnatie’ vermijden Hindoeïsme, Boeddhisme en andere Indiase
denkwijzen te moeten nadenken over de politieke en cultureel-maatschappelijke
dimensie van ieders leven. Zodoende blijft de bestaande situatie onaangetast,
en zonder gevolgen voor de maatschappelijke verhoudingen en gevestigde
belangen.
Reïncarnatie is de grote verdwijntruc: maatschappelijke
oorzaken worden omgevormd tot de geërfde schuld van het individu, inclusief
morele imperatief die maximaal de verbeelding bespeelt: leef je slecht, dan word
je slecht wedergeboren. Gelukkig heb je vele levens om die geërfde schuld
(karma) te vereffenen en je te verlossen (moksha) van een lastig leven. Je
hoeft er niet voor in opstand te komen (tegen onrecht, bijvoorbeeld); dat heeft
namelijk geen zin: je geërfde schuld zul je erdoor niet verminderen.
En voor wie geen ‘last’ heeft van het leven, is reïncarnatie
een geruststellende gedachte: je hoeft je over niets en niemand druk te maken;
het ontslaat je van de plicht om iets te doen aan maatschappelijke omstandigheden.
Beter nog: deze komen niet eens in zicht als mogelijke oorzaak van wat het
geval is, inclusief lijden en ellende, - en als zodanig kan het concept voor
gemoedsrust zorgen.